Fietsevent Ronde van België (CMI): It's a paradise. It's not a place you can look for. It's a moment in your life!

Laat je niets wijsmaken, de Ronde Van België is géén fietsevent. Hoe hard de organisatoren ook hun best doen om het zo te laten uitschijnen, dat is het niet. Wat het dan wel is? Ik promoveerde mezelf vrijpostig tot vliegende reporter en fladderde gedurende drie dagen doorheen het peloton om uit te vissen wat het dan wel was, en ik kwam terug met een doos vol verhalen.


Dansende Bitchy’s en uniformpjes

Ruim voor het aangekondigde verzameluur druipen de eerste deelnemers binnen, getooid in een fietsbroek en wielershirt. Fietsen worden afgeladen en aan de hekken achtergelaten, om een koffie of iets zoets en energierijks van de bevoorradingsstand te nemen. Wat onmiddellijk opvalt is hoeveel groepjes er zijn met eenzelfde outfit. In de u allen gekende Jambersstijl vraag ik me af: “Wie zijn ze, wat drijft hen?” Ik besluit van die vraag de komende drie dagen mijn bestaansreden te maken. Uitgerust met een fietstenue, een spreekwoordelijk stalen ros en een koppel ongeschoren benen, ga ik uit op onderzoek.  De observator-reporter in mij is in z’n nopjes. Nog voor ik ook maar één persoon een vraag gesteld heb, begin ik al eigen verhalen en sappige anekdotes te verzinnen. Mijn fantasierijke geest slaat al op hol. Ik voel het, dat gaat hier plezant worden

Terwijl de nog steeds aankomende deelnemers zich klaarmaken voor de briefing en de start, leef ik me al in in mijn rol. Ik spits mijn oren en hoor de typische ongeduldige, nerveuze gesprekjes die eigen zijn aan dat moment voor de start. “2200m stijgen!” zegt er eentje met duidelijk wat angst voor al dat klimwerk. “Dan is er ook veel bergaf, dat is dan weer het voordeel,” lacht zijn buikige een daarmee tot daalspecialist getorpedeerde vriend de hoogtemeters weg. Terwijl de meesten zich wentelen in oppervlakkige wielerkoetjes en dito kalfjes, staat wat verderop een groepje vrouwen, of beter gezegd, meisjes. Op hun broek staat Bitchycletten. Hun voeten en heupen bewegen al onhoudbaar mee op de muziek. Dwangmatig, durf ik bijna stellen. Met dat opschrift verwacht ik niets meer en niets minder dan dat het miekes zijn die graag dansen én graag fietsen, twee dingen waarop zezichzelf later dit weekend nog meermaals laten betrappen.


Segmentkoorts en Plafonneur

De eerste rit wordt langzaam op gang getrokken. Verschillende groepjes zetten zich in beweging, het ene groepje al gezapiger dan het andere. Er wordt gelachen en er wordt gebabbeld. Op de eerste hellingen wordt er al een eerste keer naar adem gehapt en er wordt een mop getapt. Vooraf, tijdens de briefing werd uitvoerig gewaarschuwd voor de eerste echte noemenswaardige klim van de dag, tevens het eerste Strava-segment, Le Triple Mûr, een drietrapsraketkrachtmeting. Mijn terreinkennis is onbestaande, maar ik voel aan mijn wijwater dat we die eerste verschrikking naderen. Hoe ik dat dan weet? Er wordt immers nerveus in mijn nek geademd. “Hier moet ge van onder direct aanzetten, anders ziet ge de voorsten niet meer terug,” hoor ik iemand aan zijn copain adviseren, kwestie van die op het verkeerde been te zetten en de eigen kansen een duwtje in de rug te geven. Competitiviteit is een raar beest. Zelfs al weet je dat je niet te geweldig van start moet gaan op een zware klim, met dergelijke praat wordt er zodanig gepookt en gestookt dat de knaldrang ongekende hoogten bereikt. De knaldrang is hoger dat de helling zelf. Nog voor de klim begint, stormen enkele gestroomlijnde stormrammen me voorbij. “Segmentkoorts,” zegt de man naast me, en een nieuw woord is geboren. Segmentkoorts! De Triple Mûr doet z’n naam alle eer aan. Niet één, niet twee, maar drie keer bereikt het stijgingspercentage een getal dat ei zo na twee maal zo groot is als het getal dat mijn snelheid aangeeft. 20% versus 10km/u, zoiets. Ik zoek naar mijn kleinste vitesse. Ik zoek opnieuw, hopende dat er nog een kleinere is, maar ik weet dat die er niet is. Toch zoek ik. IJdele hoop.  Nougabollen. Nope. Niente. Soms hoop je op iets waarvan je weet dat het er niet is, en toch hoop je erop. Een constructiefout. Eén van de velen. :-)

Ik zie dat enkele van de stormrammen zich hebben laten vangen aan de peptalk en ze 'parkeren'. Ze vallen volledig stil. ‘Plafonneurs’ had een beter opschrift geweest voor hun truitje, bedenk ik me, ipv Baroudeur of Flandrien. Ik put moed uit het stilvallen van anderen. De één z'n dood is de ander z'n brood. Maar ik behoed me voor overmoedig worden. Nauwelijks honderd meter verder laten mijn beenspieren me op niet zo subtiele wijze weten dat het welletjes geweest is en ik denk: “Geef mij ook maar zo’n truitje van Plafonneur. :-)



Den Omgekeerden Helm

Die eerste kuitenbijter ligt inmiddels achter ons en ik waag me aan een eerste gesprekje. Ik knoop aan met de lichtblauwe armada van Belle Mamzelle en stel mezelf voor als een zelfverklaarde vliegende reporter. Ze zijn in een goedlachse stemming en hebben zin in het weekend, zoveel is duidelijk. Na een korte verkennende babbel verlaat ik hen, met de boodschap dat ik aan mijn taak ga beginnen als reporter en rij wat vooruit. 

Ik haak mijn karretje aan bij de gele ploeg van DOH, wellicht de minst voor zichzelf sprekende ploegnaam, want wat betekenen die letters? Onder het mom van de nieuwsgierige reporter, nog steeds het plunje dat me het best past, is het mijn verdomde taak om het hen te vragen, en ik leg hen de vraag voor en oogst al snel: “Den Omgekeerden Helm,” zegt één van hen me. Aha! Daar hangt ongetwijfeld een fijne anekdote aan, bedenk ik me. Ik vraag naar de ontstaansgeschiedenis van die naam, maar ik vang bot vanwege een ongelukkige timing. Op de fiets kan het gebeuren dat midden in een gesprek de conversatie stopt, omdat het plots bergop of bergaf gaat en je elkaar kwijt geraakt. Wanneer je elkaar minuten later terug ziet is dat eerdere gesprek van de baan. Niettemin blijft Den Omgekeerden Helm aan me plakken, ik moet en zal dit weekend meer weten over de ontstaansgeschiedenis van die naam.


Culinair hoogstandje: Sandwich met winegummies en suikerwafel

Aan de bevoorrading worden de batterijen weer bijgeladen, de groepjes gehergroepeerd en de eerste verhalen gedeeld. Achterblijvers komen aan en zien hun ploegmakkers lustig knabbelen en lachen. Het buffet is rijkelijk. Heel rijkelijk. En gevarieerd. Sommige fietsers hebben graag iets zoets, anderen iets hartigs. De ene wil echt voedsel (fruit, sandwich, noten, koeken), de andere wil gellekes en reepjes. Het gevolg is dat er snoep, nootjes, sandwichen, stukken fruit, suikerwafels, zouten koekjes en energierepen naast elkaar uitgestald liggen. Wat een gekke mix! Zo’n fietser die aan de bevoorrading komt, die denkt vaak niet na en schuift maar aan, grabbelt wat mee. Je kan het je in een andere situatie niet inbeelden. Ik daag je uit, zet bij je volgende familiefeestje diezelfde mix op tafel. Serveer een sandwich met kaas, winegummies en een suikerwafel. Topreceptje! De mensen zullen raar opkijken. Maar de fietser, die propt alles genoeglijk in z’n mond. Raar volkje, dat is het minst wat je kan zeggen. Maar ze zien er wel allemaal ongemeen gelukkig uit.


Opladen aan de bevoorrading. Veel zon en veel lekkers, energierijk lekkers!


Bij pot en pint. Als benen mensen worden

’s Avonds, na de rit, vergrijpen we ons aan alles wat we verstaan onder het goede leven. Onderuit hangen in de strandstoelen, een broodje braadworst, een pintje of straffer biertje, een warme douche, en later op de avond een heerlijke maaltijd. Dit is waarvoor we gekomen zijn. Dit is het geheime recept van de events van Count Me In. Het goede leven na de rit! 

Plots zie je de mensen echt. Overdag worden ze gereduceerd tot een stel benen (al dan niet geschoren, gespierd of toch niet zo gespierd), een fiets (duur showelement of een bescheidener model), een outfit (assorti of just nie). De app gezichtsherkenning werkt niet bij een fietser. Teveel helm en zonnebril. Ook het blote oog ziet nauwelijks wie wie is. ’s Avonds, als die helm en bril afgezet worden, zie je plots de mensen hun gezicht, ogen en een soms een verassende haardos. Of geen haardos. Plots worden coureurs mensen. Ik vraag me af wie ik herken van overdag. Ik vind het fijn te zien dat ik mensen anders had ingeschat. Plots krijg ik een heel ander beeld van sommigen. Het is een lesje in niet te snel oordelen en ik tik mezelf op de vingers, want ik heb weer eens te snel geoordeeld . Anderzijds stel ik vast dat enkele die-hard clubs ook ’s avonds een clubtenue dragen. Ik vind dat jammer. Ik had graag gezien wie er achter die mensen schuil ging, maar ook ’s avonds verbergen ze zichzelf achter hun clubkleuren in plaats van kleur te bekennen.

Genieten! Zonnetje, glas cava en languit hangen. Onbetaalbaar!

Après-course: samen keuvelen, aperitieven en genieten.

Het supergezellig ingerichte rennersdorp. De hemel op aarde!


Fietsen is… een constante wisselwerking tussen zelfoverschatting en nederigheid

De eerste oplopende meters beginnen. Ik kijk op mijn navigatietoestel naar het hellingspercentage en de lengte van de helling. Vervolgens kijk ik naar de omvang van mijn dijen. Veel explosiviteit moet ik van die dunne beentjes niet verwachten. Zelfs 20x de berg naar de basiliek van Scherpenheuvel opknallen om er bij elke bovenkomst een kaarsje te branden voor dikkere dijen mocht niet baten. Ik word gepasseerd door bezitters van bonkigere bovenbenen. Ik kijk er met enige afgunst naar. Ik weet dat de helling lang is en ik weet dat bonkige bovenbeenmannen meer gewicht meesleuren. Ik weet dat ik kan teren op een goede uithouding. Ik klop mezelf figuurlijk op de borst. “Phoeh, doe maar zot jong, met uw overmoed en uw extra gewicht, sebiet raap ik u zo op.” Ik maal rustig mijn kleinste verzetje rond en pin mijn blik vast op die sterke, omvangrijke kuiten. Ze blijven in zicht. En dat zullen ze blijven tot ik hem weer voorbij steek, want voorbij steken zal ik hem. Ik zeg tegen mezelf dat ik niet overmoedig mag worden, maar de grootheidswaanzin heeft zich al tussen mijn oren genesteld. “Ik! Zal! Hem! Voorbijrijden! Wie denkt hij wel dat hij is, met zijn massieve poten.” Tegen mijn eigen wil in begin ik overdadig te verdapperen, schakel een tandje groter, raap wat volk op en put meer moed dan goed voor me is uit dat verdapperen. Het is een vicieuze cirkel die gedoemd is te imploderen. Hoe meer je verdappert, hoe sneller je gaat rijden, hoe meer moed je put uit dat tempo, waardoor je vervolgens alweer gaat verdapperen. Tot de benen ontploffen. Het zweet drupt op je zonnebril, je ademhaling versnelt. Je trapfrequentie doet het tegenovergestelde. Plots smelt de overtuiging dat je die gespierde kuiten nog gaat inhalen als sneeuw voor de zon. Zo branden dat die quadriceps van me doen! Ik laat de focus op die gespierde benen los en verzet mijn zinnen. De nieuwe mindset is: “rustig aan, zo klein mogelijk verzetje. Zo spaarzaam mogelijk boven geraken is voldoende.”

Een volgende helling is spek naar mijn bek. Minder steil en een stuk langer. Iets voor de flyers. Ik kijk nog eens naar de omvang van mijn dijen en maak me sterk dat dit een kolfje naar mijn hand is. Ik rij vooraan van een pelotonnetje en merk dat de sliert achter me stilaan langer wordt. Er vallen wat gaten. “Zie je wel,” denk ik, “ze gaan er allemaal aan als het wat minder steil en wat langer is. Kijk eens hoe sterk ik ben! Amai ik voel me sterk. Ik heb zelfs nog overschot.” En dan begint het iets meer op te lopen. Er duikt een half wiel naast me opduikt. Het haf wiel wordt een heel wiel, en nog later wordt het een volledige fiets. Ik kijk opzij en zie het wat flapperend vel van iemand die al even pensioengerechtigd is. Hij gaat voor me rijden en ik zie zijn smalle maar getrainde beentjes. Mijn “ik voel me sterk” heeft op enkele seconden tijd plaats gemaakt voor nederigheid. “Shit zeg, heb ik me daar even overschat. Die ouwe heeft me hier netjes weer met mijn voeten op de grond gezet.” Fietsen is bliksemsnel schakelen van in jezelf geloven, heel erg in jezelf geloven, jezelf overschatten, en terugschakelen naar nederigheid. Het tij kan snel keren op de fiets en het vraagt mentale veerkracht om zo snel te kunnen schakelen. Fietsen is veel meer dan zomaar wat trappen. Fietsen is een levensles in waardigheid, respect, je meerdere erkennen en ondanks alles toch in jezelf blijven geloven.

Zouden ze bij Scott ook al gedacht hebben aan Tubeless aankomstbogen? :-)



Keukenattribuut voor foodsharing? De logistieke keten van Ikea?

Voor mij, in de verte, rijdt een schim. Hij baant zich een weg naar boven op deze fabelachtige slingerende weg door het bos. Hij zwoegt. Trekt aan zijn stuur. Wiegt heen en weer. Neen, stijlvol is het wiegen niet, niet ritmisch zoals iemand die op muziek wiegt. Het is geen dansen. Het is sleuren. Wringen. Vloeken op elke pedaalslag, op elke meter die nog geklommen moet worden. Ik nader hem en lees het opschrift op zijn broek. VERDELA! Dat vraagt om een gesprekje. :-) Een eenrichtingsgesprekje weliswaar, want sleuren, wringen en babbelen gaan moeilijk samen. Ik, daarentegen, heb wel nog zuurstof over voor een gesprek. “Uw broek doet mij fantaseren,” zeg ik. Hij antwoord met een verraste, onbegrijpende maar nieuwsgierige blik. "Huh?"  “Er staat VERDELA op uw broek. Kent ge dat? Da’s precies zoiets van den IKEA. Zoals Besta van beste. Of van bestaan. Verdela… verdelen natuurlijk. Wat denkt ge? Zou het zo’n ding zijn voor op tafel voor food sharing, zoiets dat ge kunt ronddraaien zodat iedereen eraan kan? Da's toch hip, die food sharing? Of zou het iets met de logistiek te maken hebben? Het transport… verdelen van goederen. De home delivery van Ikea misschien? Allez, dat zou toch tof zijn, Ophala of Verdela :-) Hij puft en lacht. “En wat staat er juist op mijn broek?” vraagt hij enigszins verrast. “Verdela,” zeg ik. “Geen flauw idee van wat het is”, zei hij. Hij knippert even met de ogen. Er viel net een druppel zweet van zijn wimper in zijn oog. “Allez bedankt, zo heb ik toch 200m van die berg afgelegd en er minder aan gedacht.” “Met veel plezier,” zeg ik hem. 

Ik vraag me af of je iemand plezier doet of net de ogen uitsteekt door ernaast te komen freewheelen terwijl hij afziet. Zijn oog valt op de bovenbuis van mijn fiets, meer bepaald op het papier dat erop plakt: “Motivational quotes?” vraagt hij. Ik glunder in mezelf en steek van wal: “ Neen”, zeg ik, en ik lees voor: “Don’t look down, you came to see the view, not your bike. Feed the cat. Call mom. Put the trashcan outside. Dat staat erop. Voor al de momenten dat ik afzie, om me eraan te herinneren dat het niet beter was geweest als ik thuis was gebleven. En ook nog: "talk to strangers," zoals nu tegen u. En ook nog groetjes aan mijn lief, maar die is niet meer in the picture, zeg ik, die is enkel nog in mijn hart,  en ik slik een wrang pijntje weg.” Hij heeft niet de adem of helderheid daarop te reageren. Ik smijt er rap het laatste tegenaan: “Woossjj, dat laatste festival, met mijn vrienden, op mijn verjaardag, dat was fun! Luchtgitaar en pintjes!” En zo zijn we weer 300m verder. Hij lacht even om de atypische boodschappen op mijn bovenbuis en we nemen tijdelijk afscheid. Later die rit en dat weekend  zouden we telkens weer opnieuw even lachen om onze ietwat verrassende ontmoeting.


Den Omgekeerden Helm, part two

Na de rit, aangekomen in rennersdorp ’t Goe Leven (ontworpen door Count Me In), ging ik opnieuw op zoek naar een DOH’er. Een wat? Eentje van Den Omgekeerde Helm. Bingo! Ik trof de oprichter. Hij zei me dat hij dat verhaal al dikwijls uit de doeken had gedaan. Nu ga ik het te weten komen, dacht ik, en ik wreef in mijn nieuwsgierig knisperende pollekes. Ik begon zelf al met gissen: “Heeft er op één van jullie eerste ritten iemand een hele rit met de helm achterstevoren gereden? Is er een soort doopritueel waar een nieuwkomer een rit met helm achterstevoren moet rijden? Moet een nieuw lid bij het eerste groepsterraske aan de toog gaan bestellen met de helm achterstevoren? Is er op een clubweekend met de nodige drank ooit iemand ’s nachts gespot, naakt rond het gebouw aan het lopen, enkel en alleen getooid in een helm die achterstevoren stond?” Ik zag tal van taferelen voor me  en hoopte vurig op een soortgelijk sappig verhaal. Tot mijn ontgoocheling was het verhaal niet zó sappig. Ik had weer eens teveel verwacht, nog zo'n constructiefout bij mij. Het bleek inderdaad gewoon dat één van de 3 oprichters ooit aankwam met de helm achterstevoren, meer niet. Ik raad de man toch aan om een spannender verhaal te verzinnen, hoe fictief ook. Het zal de club ten goede komen :-). Met veel gepaste trots wist hij me wel te vertellen dat DOH, gestart met 3 leden, intussen 60 leden telt. Knap werk!


Gedurende het hele weekend sloeg ik geregeld een praatje met de goedgeluimde dames van Belle Mamzelle, of zij met mij. “Hebt ge al veel verhalen, Meneer De Reporter?” vroegen ze die ochtend bij een zoveelste koffie, terwijl de meesten al richting start waren getrokken. Zij (en ik) deden het rustig aan en dronken nog een lekkere Café Copain. Door mezelf op dag één voor te doen als reporter moest ik nu wel die verwachtingen inlossen :-). “Van waar zijn jullie?” begon ik dan maar. In het daarop volgende gesprek kwam ik te weten dat initieel een vriendin van hen zou meekomen, maar die kon niet, dus was haar man meegekomen. Die man doet dagelijks naar het werk 35km op en af met de fiets, dus die kan dat zonder trainen aan, vertelden ze me. " Alé, ’t is tijd om aan de rit te beginnen," koffie leeg slurpen, fiets halen en wijle weg.

De dames van Belle Mamzelle, immer goedgeluimd trappend doorheen prachtige decors

We vertoeven die dag op prachtige wegen op Frans grondgebied, met lange afdalingen waar nauwelijks een wagen te bespeuren valt. Naast mij fietst een man. “Dat gaat vlot bij u precies,” zegt hij,  “ge hebt nochtans niet veel reserves,” voegt hij eraan toe. Hij doelt op mijn laag vetpercentage en mijn ranke stekjes. “Maar gij gaat toch ook goed mee,” gaf ik terug. Hij maakte een opmerking over mijn truitje van de Galibier, dat die stekjes en dat vetpercentage gemaakt zijn voor de Galibier. “Die mythische berg hebben ze inderdaad al getrotseerd. Op de Marmotte." - “Ah, jij ook?” zei hij, en zo wisten we al snel dat we allebei vorig jaar de Marmotte hebben gereden. “Maar toen was ik getraind,“ zei hij,“ nu niet, “nu spring ik in, dit weekend, omdat mijn vrouw niet kon.” Aahaaaa,” zei ik, “dan ben jij de man van Boechout die dagelijks 35km heen en terug naar je werk fietst.” En zo vielen de puzzelstukken in mekaar.



Dance tot he music

We komen aan de bevoorrading aan. Na eerst mijn calorieën aangevuld te hebben – first things first – merk ik op dat er geen muziek op staat. Tiens, da’s ongewoon. Normaal staat er een leuk muziekje op bij de bevoorrading op de events van Count Me In. Alsof God ermee gemoeid was, komt een minuut later één van de medewerkers met een vers opgeladen box naar buiten en zet de muziek op. En wat zie ik? Binnen de tien seconden begint die van de Bitchycletten te dansen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Ik kan je nu al verklappen dat bij aankomst na de rit diezelfde bytchyclette het op een dansen zette, en, say what, bij de party ’s avonds ook vol overgave zich smeet en het houten vloerke deed daveren. Dansen is leven, leven is dansen!

De partytent en dansvloer ontgoochelden niet. Sommige  dansmoves werden funky met het grootste gemak uit de mouw geschud!


Vriendschap op de fiets

Samen op de fiets is vriendschap, maar het is soms ook vriendschap op de proef stellen. Wacht je op elkaar? En hoe lang wacht je? Blijf je tot ter dood samen, ook al is de fun ervan af? De opgewachte kan soms liever hebben dat er niet op hem gewacht wordt, en de snellere kan soms ook de buik vol hebben van dat wachten. Moedig je elkaar aan als het lastig is, of werkt het net op je zenuwen als de ander je teveel probeert aan te moedigen, zelfs met z’n goedbedoelde mopjes? Fietsen is ook op elkaar wachten en helpen als er iemand pech heeft. 

En zo rolde een pakkend tafereeltje zich als een rode loper voor me uit. Ik zag een groepje voor me fietsen en wilde ernaartoe. De timing speelde in mijn nadeel. Er volgde net een 10km lang glooiend stuk op een brede baan met lichte tegenwind.  Zij, een groepje van 4 of 5, ik alleen. De gekende chasse patat zou zich zomaar kunnen aandienen. Na een fikse inhaalrace van bijna 10km dichtte ik het gat op het groepje dat door het leven, of beter, door het weekend ging als het ploegje van Herberg De Barrière in Wevelgem. Vanwege mijn liefde voor muziek draag ik steevast een muziek in mijn achterzak. ik sluit bij hen, wanneer er net een gitaarintro speelt. "Purple Haze, Jimi Hendrix!" roept één van hen. Allright, denk ik, dit is mijn bende. Kerels die bij de eerste noten Jimi Hendrix herkennen, daarmee is het goed fietsen. We keuvelden over andere gitaarplaten, die ik vervolgens opzette en waar we ons op lieten gaan. Al snel bleek één van hen in het weekend als DJ het cliënteel van De Barrière op te zwepen. Op slag hadden we een band.  

Terug naar die vriendschap. Mijn nieuwe vriend aka de DJ heeft schrik bij afdalingen. Niet een beetje maar erg fel. Zelfs op korte afdalingen, zelfs knal rechtdoor, zonder de minste bocht. Hij lacht er zelf mee, maar het zit ongetwijfeld vaak als een vervelende gedachte tussen zijn oren. Gelukkig kan hij een berg op. En hoe! Het is ook een test voor het geduld van de vrienden. Na elke afdaling moeten zij wachten. Moet je dan proberen hem over zijn angst te helpen? Moet je er ook mee lachen? Ik zag dat één van hen in een afdaling naast hem ging rijden, proberen op hem in te spreken: “Hou je stuur zo vast, verplaats je gewicht,” dat soort dingen, maar reflexmatig knepen zijn vingers de remmen dicht. De vriend bleef rustig en deed bij een volgende afdaling gewoon weer hetzelfde, met veel geduld. Fietsen is vriendschap! En onze vriend, die verloor er zijn humeur niet door en bleef aldoor lachen en mopjes maken. Crème van ne gast. En een beest bergop :-)


It's a paradise. It's not a place you can look for. It's a moment in your life. 

"Al wat jullie moeten doen is fietsen, wij doen de rest," zo luidt de leuze van Count Me In. Zelden is een leuze meer waar dan deze. Het is het Club Med-gevoel, maar dan op de fiets. Je wordt verwend van begin tot eind. Prachtige routes, uitgebreide bevoorrading, fietshersteldienst, you name it. Als er op dag 1 iemand opmerkt dat zonnecrème aan de bevoorrading handig zou zijn, dan zorgt de organisatie ervoor dat er daags nadien aan elke bevoorrading zonnecrème is.

Bij aankomst, na de rit beland, je in een oase van geluk. Het dorp ademt gezelligheid uit. Al wat jij moet doen is inademen. Inhaleren. Snuif die sfeer op en het geluk baant zich een weg door je aderen naar elke cel in je lichaam. Verspreid over het terrein staan eilandjes met strandstoelen, zitzakken (of ligzakken) en tot zithoek omgebouwde paletten. Aan de trendy caravan van Café Copain kan je een heerlijke koffie verkrijgen. Aan de bar is er bier, wijn en frisdrank. Voor het u allen bekende eerste hongerke na de rit is er de ene dag soep en brood, de andere dag is er een broodje en braadworst. Wat je ook neemt, je wordt bediend door een team dat stuk voor stuk getooid gaat met een spontane vriendelijke glimlach waar ze in veel horecazaken nog een puntje aan kunnen zuigen. Je denkt dat je betaalt voor een drankje, maar je betaalt voor een gevoel, een herinnering, en wel eentje die in waarde stijgt met de tijd, net als wijn. Aan de bar betaal je 2,5€ voor een drankje en over 10 jaar is die herinnering onbetaalbaar.

Of het nu die heerlijke, rijkelijke bbq is, dat superuitgebreide ontbijt, of die verrukkelijke chili con carne, er wordt gesmuld dat het een lieve lust is. "Ga jij nu nòg eens bijhalen???" hoor je wel eens opstijgen aan een tafel. "Amai, gij blijft eten!" Laat ons wel wezen, het gaat hier al lang niet meer om honger. Het gaat hier om gul van het goede leven proeven. Elke hap en elke slok is gulzig van het leven genieten. Ik denk spontaan aan de soundtrack van The Beach (met L. Di Caprio), met die overweldigende mooi beelden. In het nummer Beached (Orbital, check dat nummer!) luidt de tekst: It's a paradise. It's not a place you can look for. It's a moment in your life!" En dat is exact wat ze met Count Me In creëren, a moment in your life. It feels like it's a paradise!




Bij de neus genomen

Na de vele korte intermezzo’s met het duo van  de Belle Mamzelles werd het tijd om ook eens te graven naar de herkomst van hun ploegje. “Het begon met een zwangerschap en 20 kilo meer,” zei één van hen. “We zaten met enkelen in hetzelfde schuitje en besloten er iets aan te doen. We startten een fietsclubke en alzo geschiedde. We zijn een bende vrouwen, en wilden slanker worden, vandaar Belle Mamzelle. Het clubke groeide wat uit en een Brugse onderneemster hoorde ervan en geraakte er danig door geïnspireerd dat ze er een kledingwinkel voor vrouwen door opstartte. In Lier nog wel!” – “Straf verhaal. Amai, heel straf,” zei ik. – “Jaja, nationale bekendheid, in de gazet en al.” Enkele kilometers verder zei ze dat dat van de 20 kilo niet echt was. Ik vond het wat aan de ongeloofwaardige kant, slank als ze was. Later, veel later, begon het tot me door te dringen. Ze hebben me mooi bij de neus genomen. Volgens mij zijn ze gewoon fietsers die rondrijden met kledij van een kledingwinkel. Lap zeg, heb ik me zo laten beetnemen. Schitterend! Ik, die graag al eens met verzonnen verhalen mensen op het verkeerde been zet, krijg hier een koekje van eigen deeg! Belle Mamzelle versus mezelf, 1-0. Wazahari, Ipon!



De paradox van de clubtrui - sociale psychologie in het peloton: Geeft je truitje je een identiteit, of ontneemt ze je identiteit?

Baroudeur, Pedaleur de charme, Flandrien, Knallende Katjes,… je kent ze wel, outfits die aanspreken omdat ze een origineel opschrift uit het wielerjargon combineren met humoristische inslag en een leuke, niet zelden een retro touch. Er zijn er die je kan kopen in de winkel, en je hebt clubs die hun eigen truitje hebben. 


Wat ook geldt bij zo'n truitje: we dichten iemand direct eigenschappen toe op basis van zijn outfit. Bij dat buikige duo met hun truitje van Brugse Zot en sokken van La Chouffe, zal niemand denken dat het geheelonthouders zijn die enkel vegan sapjes drinken. Iemand met een grappig opschrift op z’n outfit dichten we onmiddellijk humoristische eigenschappen toe, en lolbroek met een zeemvel quoi. Iemand met origineel opschrift, daarvan denken we direct dat het een grappige, originele persoon is. Maar net daar knelt het schoentje. Eentje met een originele outfit, die is origineel. En wat als er twee personen datzelfde truitje dragen? Ook nog allebei origineel? Maar wat als ze met 15 hetzelfde aan hebben? Zelfde broek en kousen. Wie van hen is dan de originele? ’s Avonds, wanneer je plots de mensen in hun gewone kledij ziet en niet meer de wielertenue, zie je de mensen anders dan overdag. Maar sommigen lopen zelfs ’s avonds in clubkledij. Sweater van de club, iedereen uniform. The word is out! UNIFORM. Van origineel naar uniform, het is een kleine stap. Van origineel naar eenheidsworst. Is er nog ruimte voor het individu in zo’n club, denk ik dan? Het is geen misplaatste vraag. Plots scheren we iedereen van zo’n club over dezelfde kam, terwijl het nog altijd allemaal individuen zijn met andere persoonlijkheden. Ik lieg niet als ik zeg dat ik volgende uitspraken hoorde over een bepaald clubje: “Dat zijn toffe gasten – die fietsen hard – die maken veel lawaai en kunnen goed drinken”. Is dat dan zo voor iedereen die zo'n truitje aan heeft??? En als je als niet drinkende, wat introverte, trager fietsende, zo’n truitje aandoet, zien mensen je dan direct als toffe, lawaaierige en snelle fietser? En waarom gaat iemand bij zo’n club? Om erbij te horen? Wil hij, die wat onzeker is, ook dat truitje omsjorren in de hoop dat hij zich dat ook stoer en zelfzeker op de borst kan kloppen, want plots grappiger, toffe en snelle fietser? Ga je bij een clubje omdat je het een toffe, originele naam vindt, maar  draag je daarmee bij aan de stap van originaliteit naar uniformiteit?


Testosteronbommekes

We zijn aan de voet van de Citadel van Namen, bijna de laatste helling van het weekend. Ik schakel kleiner. We zijn hooguit 30m ver als een trein voorbij komt gedenderd. Met een tiental zijn ze, die aan een rotvaart de helling aanvatten. Het gedaver van velgen en kettingen raast naast me door. Je hoeft geen kenner te zijn om te weten dat ze dit niet allemaal tot boven zullen trekken. Het zou slechts een kwestie van tijd zijn vooraleer ik de eersten van hen, de plafonneurs, weer opraap. Ik blijf eerst nog eventjes gezapig peddelen bij één van de vrouwen waarmee ik aan het fietsen ben. Ik noem het een gebrek aan zelfkennis, om het M-woord en het T-woord niet te gebruiken. Zij neemt het wel in de mond. “Wat een macho’s! Puur testosteron! En maar blazen. Alsof ze daar iets mee bereiken.” Ik voel de symboliek in haar woorden en in het gebeuren. Ze doelt op het gewone leven waarin machogedrag ook niet altijd de beste keuze is om iets te bereiken. Ik steek enkele tandjes bij, neem afscheid van haar. Nauwelijks 400 meter verder raap ik de eerste stervende zwanen al op. Uiteindelijk zal ik meer dan de helft van hun groepje weer voorbij rijden. Ik kan er met mijn verstand niet bij tot wat testosteron, machismo en haantjesgedrag in staat is. Na drie dagen op de fiets (en vele dagen vooraf) moeten ze zichzelf toch goed genoeg kennen om zo’n helling beter in te schatten. Of beter, om zichzelf beter in te schatten. En toch is er een drijfveer in hen om bij de zoveelste helling steeds weer veel te hard te beginnen, om telkens weer stil te vallen. 

Op de top komen ze toe, sommigen als gestrande lijken. Zij, de plafonneurs de route. Niet één lijkt in de spiegel te durven kijken en in te zien dat hij te snel gestart is. Liever zich er vanaf maken met “Goe gedaan" tegen de mekaar. Elkaar wat paaien. Ik zeg tegen jou dat het sterk was van jou, en jij hetzelfde tegen mij, zo maken we onszelf sterk dat we sterk zijn. Of “dat was een zware helling” en zo de focus te verleggen naar de helling, die zogezegd zwaar was. Het klinkt immers veel stoerder aan de toog om te zeggen dat het een zware helling was, dan te moeten zeggen dat het niet eens zo’n zware helling was, maar dat je te plat was en jezelf overschat had. 

Meer dan een fietsevent?

Na 3 dagen plezier op en naast de fiets keert iedereen meer dan voldaan weer huiswaarts. Ook ik keer voldaan terug, geladen met verhalen, herinneringen en ook wat kilometers op de teller, maar dat laatste is slechts bijkomstig. Ik heb gesmuld en genoten van de mensen in al hun facetten en in hun verscheidenheid. Eenmaal thuis steek ik al die mooie herinneringen in die kluis die mijn bovenkamer is en ga ik slapen met een glimlach op mijn snoet en zachte gloed over mijn hele lijf. It's a paradise. It's a moment in your life. And if you found that moment, it'll last forever!

Huttentocht Rila & Pirin, puur avontuur en een overdosis natuur

Bulgarije is de Alpen niet, en de Alpen zijn Bulgarije niet. Als reisbegeleider trok ik met een bende Bootz-jongeren naar het Rila- en Piringebergte. Een prachtig en bij wijlen ontroerend avontuur vol gletsjermeren en geluk.

Backpacken in de Alpen

Ik trok als begeleider van een backpackreis met Bootz naar Les Alpes de Haute Provence. Acht dagen met tent en rugzak door de ongerepte natuur. Duurzaamheid en ecologisch bewuste keuzes als rode draad. In fysieke gezondheid, in voeding, in gebruikte materialen en in transport.

Verhuizen naar de tuin om de crisissen te overleven? Of is het een statement?

De recente crisissen (corona, klimaat, energie) laten zich op vele manieren voelen. Het noopte me om drastische beslissingen te nemen om financiële problemen te vermijden. Ik verhuisde naar de tuin en verhuur mijn kamers om de energiecrisis te overleven. Als is het niet enkel om financiële redenen...

Switch! Heroriënteren. Als freelancer aan de slag! Maar waar?

Corona heeft me doen heroriënteren. Een sabatjaar was nodig om uit te zoeken hoe zowel mijn zaak na Corona kon blijven bestaan als wat ik zelf wil doen voor de kost. Een koerswijziging was nodig. Et voilà, een nieuwe weg als freelancer in communicatie en organisatie is een feit, of alleszins een poging tot ...

Corona dwong oprichter Bart om de werking van Fitter&Fitter grondig te herbekijken.

Corona dwong oprichter Bart om de werking van Fitter&Fitter en dus ook zijn werk grondig te herbekijken. De hele organisatie werd dooreengeschud door Corona. Bart neemt je mee in het proces dat heroriëntering is, en hoe arbeidsongeschikt zijn (burnout?) als zaakvoerder geen walk in the park is.

Rocky Challenge, Mountainbikeweekend met Count Me In

Een veertigtal mountainbikers waagden zich aan het eerste MTB-weekend van Count Me In. Het beloofde drie dagen vol avontuur, plezier, gezelligheid en vriendschap te worden. Ook ik was van de partij, en zoals dat gaat wanneer ik ergens heen ga, maak ik daar graag een verhaal van :-) Zo ook nu...

Een geslaagde avontuurlijke tocht à la Kamp Waes als sportdag en teambuilding

Vandaag organiseerde Fitter&Fitter een sportieve teambuilding voor VEKA, het Vlaams Energie en Klimaat Agentschap. ‘Iets à la Kamp Waes’, hadden ze gevraagd. Ik was op slag in mijn nopjes. Lees hoe onze groep een uitdagende teambuilding tot een goed eind bracht.

Fitter&Fitter coach Bart fietst de Marmotte

In 2020 vroeg mijn goede vriend Dries of ik de Marmotte wilde meerijden. Ik kende die fietstocht niet en zei in volledige Pipi Langkousstijl: "Ik ken het niet, dus ik weet niet of ik het kan, maar da's goed, het zal wel lukken." Het werd een jaar waarop de fiets een prominentere rol kreeg in mijn leven. Lees hier het, nou ja, euh, "uitgebreide" verslag. :-)

What I talk about, when I talk about preparing de Marmotte

Murakami schreef een bestseller over waar hij tijdens het lopen aan dacht. Bart, trainer-oprichter van Fitter&Fitter, rijdt op 4 september de befaamde Marmotte Granfondo en waande zich een Murakami op de fiets. Lees hier het verslag van de voorbereiding.

Het moeilijkste aan personal training geven is omgaan met de zware emoties

Personal training geven geeft vaak voldoening. Je vormt samen met de klant een hecht duo om samen stap voor stap sterker en fitter te worden. Je deelt de goede momenten van progressie. Maar het is soms ook heel moeilijk. Soms nemen emoties de bovenhand.

5 tips om een betere en blessurevrije loper te worden.

Lees hoe veel lopers worstelen met loopblessures en ontdek met 5 tips hoe jij blessures kan afhouden. Blijf blessurevrij, word sneller, sterker en verbeter je houding met deze tips.

Buiten komen houdt je gezonder deze herfst en winter, niet alleen tegen Corona

De Morgen kopte dit weekend, in het kader van Corona, dat we meer moeten buitenkomen. Ik viel van mijn stoel en kroop er vervolgens weer op. Aha, juist, voor al de rest mogen we binnen blijven, maar voor Corona moeten we meer naar buiten. De wereld op z’n kop. Buiten komen is de max!

REWIND (2013): Stabilisatietraining voor lopers: Trainen voor een sterk lichaam

Lopers worden vaker geplaagd door blessures dan hen lief is. Wanneer het om een eenmalige blessure gaat is het niet zo'n ramp, maar meestal komen blessures terug en blijven ze terug komen. Niet zelden duik je bij een blessure vaak van de ene in de andere blessure. Je raakt er wel eens moedeloos van. Stabilisatietraining vormt een onderdeel van blessurepreventie, maar hoe begin je eraan?

REWIND (2012) Looptechniek: het belang van Core stability

De Keniaanse Jeptoo behaalde zilver op de marathon op de olympische spelen. Het laatste wat je van haar kan zeggen is dat ze niet kan lopen.En toch durven kwatongen dat wel in twijfel trekken bij het zien van haar loopstijl. Sterke overpronatie, knieën die heel hard naar binnen knikken en een onderbeen dat naar buiten wordt geslagen. Maar wel zilver op de spelen. Ze levert er alleszins stof tot discussie mee.

REWIND 2012: Looptechniek: Lopen is geen kinderspel

Lopen, we kunnen het allemaal. Het is kinderspel. Letterlijk. Van zodra we rechtop kunnen staan, proberen we te lopen. En van zodra we kunnen lopen, doen we het alsof het een lieve lust is. Lopen lijkt zo eenvoudig dat we er niet meer bij stilstaan. Of toch niet? (artikel uit 2012, geschreven door Bart Delobel, oprichter van Fitter&Fitter)

Als personal coach maak je sprookjes mee vanop de eerste rij. En je draagt er op de koop toe nog aan bij.

De transformatie van iemand die 10 of 20 kilo verliest door een sportievere en gezondere levensstijl, is eindeloos veel groter dan louter die getalletjes van de weegschaal of prestatie. Het zijn verhalen van openbloeien, van leren geloven in zichzelf, van mentaal sterker worden,... Als coach ben je de bevoorrechte persoon die deze stuk voor stuk prachtige verhaaltjes van kortbij mag meemaken. En dat vind ik waarlijk fantastisch.

Corona: Trek uw mondmasker uit en uw buitensportkleren aan. Dat is solidariteit!

De wereld is de pedalen kwijt. Corona doet de hele wereldpolitiek wild om zich heen slaan. We verstoppen ons letterlijk en figuurlijk achter mondmaskers om de grotere problemen en daarmee onze verantwoordelijkheid en ons falen te ontlopen. Tientallen andere welvaartsziektes richten al jaren meer schade aan dan het C-virus. Ondertussen gaat de planeet in ijltempo naar de vaantjes gaat. Toch zijn we enkel in staat ingrijpende maatregelen te treffen voor Corona. Waarom toch?

REWIND (2013): Looptechniek tot op het bot ontleed

Hoe belangrijk is de loophouding en -techniek voor een loper? Wat is een goede houding en waarom? Hoe belangrijk is de houding van mijn armen en waarom kan het vasthouden van een gsm of drinkbus leiden tot een minder efficiënte houding en misschien zelfs tot een blessure? We ontleden de loophouding tot op he bot en geven je tips voor een goede houding.

Fitter&Fitter aan de elektrische deelbakfiets: Fly me away to a fit and sustainable future

Leuven, de stad die Europees goud won als groene stad, biedt vanaf juli elektrische deelbakfietsen aan. In juni mocht Fitter&Fitter deze bakfietsen al uittesten. En of we daar blij mee waren! Zeg nooit zomaar bakfiets tegen een bakfiets. Een bakfiets is een feest, tenminste als je eigenaar bent van een jonge, speelse geest.

REWIND (2012): Trail, de alternatieve wind door het looplandschap

In 2012 voorspelden we voor het looptijdschrift Zatopek dat trail een enorm hype zou worden. We schreven er een artikel over. 7 jaar later is het looplandschap voor goed veranderd, en daar zijn we blij om.

Karen traint voor Marathon du Mont Blanc met core, kracht en techniek

Na jaren vol trails, marathons en ultra's, neemt Karen dit jaar deel aan de Marathon du Mont Blanc. Vroeger werd ze vaak geplaagd door blessures. Met een uitgebalanceerde training met aandacht voor core stability, krachttraining en techniektraining willen we samen van dit verhaal een succes maken.

Personal training: anders dan anders.

Ken je het gevoel dat een kinesist of voedingscoach je oefeningen of huiswerk meegeeft en dat je er keer op keer niet in slaagt om dat te doen? In personal training gebeurt vaak hetzelfde en dus zochten we andere manieren om ervoor te zorgen dat mensen hun doelen bereiken. Lees hier hoe!

close

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x